Diefstal in 1911


Op 21 augustus 1911 werd de Mona Lisa op klaarlichte dag gestolen, pas de volgende dag merkte de schilder Louis Béroud de diefstal op. Verschillende schilders werden verdacht en urenlang ondervraagd waaronder ook Pablo Picasso.
Maar het onderzoek liep al snel dood en men ging ervan uit dat het schilderij voorgoed verdwenen was. De dader van de diefstal Vincenzo Peruggia was een Italiaan en had als glazenier meegewerkt aan een project om belangrijke kunstwerken achter glas in te kaderen. Hij had zich in een bezemkast verstopt en was op de sluitingsdag van het Louvre met het schilderij onder zijn jas gaan lopen. Hij bewaarde het schilderij gedurende 2 jaar in een houten koffer onder zijn bed in een logement in Parijs.
In 1913 keerde hij terug naar Italië waar hij de Mona Lisa te koop stelde bij een antiquair. Hij maakte een afspraak met hem in een hotel om het doek te gaan bezichtigen. Hier werd Vincenzo opgepakt door de politie, waarna hij een straf kreeg van 1 jaar en 14 dagen, die nog later werd teruggebracht tot maar 7 maanden en 14 dagen.

0 comments:

Een reactie posten

 

Blogger news

Blogroll

About